Er is een droom, adiafaan:
Ik ben nog klein, een kind
en ik sta voor het raam -
over de vensterbank geleund,
hoor ik een smal geluid.
Spreekt iemand in de
diepte daar iets uit?
Mijn vader, hij staat hele-
maal beneden en hij wenkt
zonder een woord.
Ik weet:
Ik ben bedrogen,
hij is dood,
er is geen stem.
Dus wuif ik terug
en hij stapt op de tram
het enige gebeuren dat nog
op hem rijmt.
Auteur: Theo van de Wetering | ||
Gecontroleerd door: bevertje | ||
Gepubliceerd op: 08 juni 2003 | ||
Thema's: |