In vluchtige streken
Ligt ze daar
Onder 'De Boom Der Dromen'
Denkend aan het verleden
De pijn
De smart
Het verlies.
Eens was er een krijger
Met het teken van 'De Witte Wolf' op zijn schild
Hij was nobel
Eerlijk
En wijs,
Maar hij was ook naƮf
Te goedgelovig
Te vergivingsgezind
Hij die ze Barend noemde
Haar geliefde.
Veraden door zijn eigen bloed
Zijn broer
Duister als de nacht
Die je aanstaart met rode ogen
Hij heeft voor zijn ondergang gezorgt.
Daar op het slachtveld
Waar buiten 'De Witte Wolf'
Duizende onschuldige stierven
Daar werd deze zwarte toekomst geschreven.
De Gewesten zijn duister
En ieders hoop is verdwenen
Het volk leeft in angst
In angst voor 'De Zwarte Heer'
De verader.
Maar tijden veranderen
Er is een beetje licht
Een zonnige ruimte op deze verdoemde plek
Want wat 'De Zwarte Heer' niet weet
Is dat het licht zich verspreid.
Zij de drager van het nageslacht
Van 'De Witte Wolf'
Zij glimlacht
Er is een beetje hoop.