Niet uitgesproken woorden,
Tastend om me heen,
sta ik alleen in het duister.
Ik houd mijn adem in,
en ik luister.
De stilte om te snijden,
het donker als de dood.
Hier in het duister,
geef ik mijn ziel even bloot.
Niemand die me kan zien,
niemand die dat ook echt wil.
Weggedoken in een donker hoekje,
ik voel me koud, ik tril.
Schokkend komt het verdriet,
en het loopt langzaam over mijn wang.
Maar helemaal alleen in dat hoekje,
ik ben zo ontzettend bang.
Maar hoe krijsend de stilte ook is,
ik blijf alleen en niemand die me hoort.
Een zachte snik,
word meteen gesmoord.
Waarschijnlijk komt er niet iemand,
die een arm om me heen zal slaan.
Want tegen de tijd dat iemand het ziet,
ben ik al weg gegaan.
Voor het eerst en meteen de laatste keer,
zullen alle masker afgezet worden van mijn gezicht.
Zullen sommige mensen zien,
wat ze hebben aangericht.
Zullen sommige mensen pas weten,
dat er zoveel meer in mijn ogen te lezen was.
Zoveel verdriet en haat voor het leven,
dat ze zagen het toen het te laat was pas.
De laatste keer sla ik mijn ogen naar de hemel,
wetend dat het anders gekund had.
Als ik zelf maar het lef,
om iemand erover te vertellen bezat.
Maar om uit te leggen wat ik voel,
heel diep van binnen en zo puur.
Woorden niet uitgesproken,
die ik in gedachte naar mijn mond toe stuur.
Mijn gedichten,
hebben mij op de been gehouden.
Waarin ik enkel daarin eerlijk naar mezelf schreef,
en mijn ware gevoelens aan het papier toe vertrouwde.
De niet uitgesproken woorden,
enkel geprobeerd in gedichtvorm te zetten.
Niet uitgesproken woorden,
maar het gebrek aan adem
zal me de woorden voor altijd beletten.
29 januari 03.45
Miriam