Volhouden, volharden, volmaken.
M’n twijfels doorboren haar gedrevenheid,
En hetgeen haar nog rest is wat ze had.
Vol twijfel, zachtjes reikend
Naar die kinderhand (kinderband),
Ga heen en denk hetgeen ze wou.
Vol van de macht die ze heeft,
Kijk je op me neer,
Omdat het waar is, wat ze zei.
Vol van haar.
Jij en ik …
Onze kracht en onmacht om van haar te houden.