Ik stik mijn tranen in de gordijnen,
het verdriet knaagt mijn hersens hol.
Een lamme leegte,
anders niets.
IK ben als een vaas met plastiek bloemen,
ik slaapwandel van bed tot bed.
IK ben als eenomgevallen fles:
langzaam leeggelopen.
IK kan niet meer leven zonder jou,
ik heb je nodig.