Een snijdend zwaard,
dwars door mijn ziel.
Gillend van pijn,
vluchten kan niet.
Blijven lachen,
niks laten merken.
Ik red het niet,
weg van hier.
Naar een veilig plekje,
huilend val ik neer.
Tranen stromen,
schouders schokken.
Helemaal alleen,
niemand bij me.