De storm in ieder mens
Je leert te schuilen voor geweld, die elke storm ontketent.
Je luistert naar wat is verteld
en weet wat het betekent.
Dus blijf je binnen, komt tot rust, totdat de storm gaat luwen.
Je maakt jezelf niet ongerust,
je hoeft het niet te schuwen.
De mens is als een weerbericht, het ‘zomert’, of het ‘wintert’,
Je ziet het niet aan een gezicht,
want vaak zijn we versplinterd.
In elke storm, daar zit een ‘kern’, daar binnen luwt de wind.
Van buiten storm, maar rust intern;
een storm lijkt op een kind.
Veel groteren spelen toneel; van binnen woedt hun storm.
Hun buitenkant zegt niet zo veel,
die houden ze in ‘vorm’.
Van binnen zijn ze in gevecht en in hun kern banaal.
Van wat je ziet, is veel niet echt,
maar lijkt wel heel sociaal.
Zo worden we heel vaak verleid, te strijden voor een doel.
En worden zachtjes weggeleid,
van kiezen met gevoel.
Hun storm woedt aan de binnenkant, van buiten zie je niks.
Ze leven voort met hun verstand
en zitten vol met tricks.
Ik deal veel liever met een storm, die is tenminste fair.
Politici hebben geen norm
en zijn vaak ordinair.
Met windje tegen op het strand, dan hoor je mij niet kreunen.
Diezelfde wind die staat garant,
Mij t’rug te ondersteunen.
Wat vóór je werkt, of tegenzit, is vaak een denk-nuance,
Ook iets waarvan je denkt: da’s shit,
geeft vaak weer nieuwe kansen.
Da’s anders in de politiek, want die hebben technieken,
om met gebruik van hun tactiek,
jouw leven te verzieken.
Peter