ze liggen overal, op straat
de genen van de zon
in bos en park
blauw en licht
vermomd als warmte
dezelfde schaduw
het voorwoord is
van riet en oever
nergens uitstel
gaandeweg
in alle hoofden
naar een gedachte
aan een onbekend thuis
een tijdperk
als bruggenhoofd