Lof ( zij de Heer)
Lof zij U Heer, die de werelden dacht en zij waren
Die met Uw Woorden Uw heilrijk ons wil openbaren
Die alles gaf….tot zelfs Uw Zoon in het graf
Niemand kan U evenaren.
Lof zij U Heer, die het kwade heeft doen overwinnen
Die al uw schepselen vol liefde weer nodigt naar binnen
Zonden vergeeft….opdat de ziel eeuwig leeft
Dat wij Uw liefde beminnen.
Lof zij U Heer, die ons reinigt van toomloze smetten
Die afbraak en wreedheid door ons gedaan poogt te beletten
U schonk Uw Geest…opdat uw schepping niet vreest
‘t tijdelijk in eeuwig te zetten.
Lof zij U Heer, die uw scheps’len gena hebt geschonken
Daartoe Uw Zoon eens aan ‘t kruis hebt geklonken
opent de poort -voor die Uw heil heeft gehoord
richt op die waren verzonken .
th