Serene nacht dampt hitte legt haar mond te luisteren in 't gezicht van dageraad rug van de hand rust nog licht tegen het trillend indigo losser, lossend, oogleden overgang naar nieuw kan baren en het zingen van de krekels de eerste wakkere vogels zwenkt sonar van de vleermuis waar de gedachten, de verhalen van wie zij was, die zij niet was die zij nooit en ook was nu buiten andermans ogen verstommen in denkbeelden waart zachtstil een gevoel verder leeft de zee en in overgave aan rust woont zelf