Ik weet me geketend, geboeid.Omhuld door vage schaduw, een mistdie nog mij nog nimmer zo vermoeidverleidde met een listdie tragetonisch een melodietegen mijn netvliezen sloeg -maar die ik al te helder ziezelfs eer je daar om vroeg.En daar, licht aan de einder.In een hart gewenteld, warmtebronbeter dan de zon, want verfijnderen dat voor ik erom vragen kon.