Scherp of scherp
Zijn scherpe blik
Zag tijdig het
scherpe voorwerp
Het kwam scherp
zoemend af
Net op tijd draaide
hij scherp links
Hij voelde een
scherpe pijn
Scherp als een
dolksteek
En duizenden scherpe
naaldjes
Te scherp om nog te
lopen
Die scherpe draad
velde hem
Viel in de scherpe
doorn van distels
Honderd scherpe
steken in zijn bil
Deden een scherpe
vloek ontstaan
De scherpte van de
stekels
Hield zijn scherpe
geest vast
Rechtspringend voelde
hij de scherpe pijn
De vogel die aanviel
had een scherpe bek
ela