Ze kijkt me niet aan. Ik heb haar al jaren niet aangekeken. Alhoewel ik haar al jaren bestudeer. Al jaren bevraag. Ik kijk naar haar maar ik zie haar niet. Ik voel haar maar ik hoor haar niet. Ik weet wie ze is maar ik ken haar niet. Niet meer. Ik wil haar niet zien, horen, kennen. Zij moet daar blijven en ik hier.
Toch staat ze te wachten. Te wachten tot ik haar zie. Ze laat me haar voelen en ik wil haar begrijpen. Maar de afstand moet blijven. Geen stap verder. Geen confrontatie mogelijk.
Zo zal ze altijd blijven, ik moet haar kennnen. Ik moet haar zien en ik moet haar horen. Zij is mij. Ik ben haar. Potentieel en verleden weven een web van zelfkennis.