Waken en slapen
Hij zou getuigen, maar
voorlopig lag hij hier maar
te liggen en pijn te verbijten.
Hij zag ze staan, de kruiden.
En de bloemen die z'n
pijn konden verlichten, rood
tussen al dat groen opdat men
ze zou zien staan!
Wat uit z'n been stak
terugeduwd, de wond had
opgehouden te bloeden maar
had nu alle kleuren.
Bewegen kon niet, de
pijn was om te roepen, de
rare vorm van z'n been, zijn
hoofd deed zo zeer.
Alle mogelijke en on-
mogelijke moeite moeten
doen om zich een beetje te
verleggen, het moest wel.
Want hij kon moeilijk
blijven liggen in zijn gevoeg.
Uitgeput van de inspanning,
kwamen de visioenen.
Het beleven tussen
waken en slapen, de
wijsheid op bezoek. De
lessen uit de bron.
Wanneer hij terug op
krachten zou komen. De
hond was een vriend ge-
worden. Het apportje.
Het apport werd speeld
omgevormd tot het zoeken
naar proviand, eten en
drinken die meloenen.
En dat konijn, en die haas die hij ving
ik kon ;niet bij de bessen.