In de stilte van gelukkig zijn
ben ik plots mijn pen verloren
omdat behoefte was verdronken
en nieuw leven plots naar boven kwam.
Onder de slijkgrond begroeid met plukjes onkruid,
was ik uit het oog verloren dat ik zelf ook kon leven.
Er verscheen een hart tussen de wolken
en ik besefte dat ik nu pas vrij was.
Huppelend als een kind van vijf liep ik lachend weg en
vielen alle kladbladen en ook wat stift en kleurenloodjes
uit mijn volgeladen rugzak.
Op het beton zag ik een iPad liggen
met gebroken glas versierd, het leek alsof hij werd opgenomen
door gras en struiken en een bekende achtergrond ging vormen.
Het was een vlucht naar een andere wereld
waarin realiteit toen realistisch leek maar ik besef nu pas
dat geen realiteit ooit de ware aard kan tonen van deze wereld.