zij wiegt rankop liefdeswindbloeit voor het eerstals lentekindde wereldis zacht groenin blosjes vuurontwaakt volmaaktde tedere schoonheidvan het anders zijngeeft heimweeen voelt zoete pijnmet kleurenvan verlegenworden vriendengoed bekekenliefde wordtin kleine vonkenals elixeruitgeschonkende godendrankder jeugdzal nog vaakworden gedronken