Nooit bedacht wanneer de deuren dicht gaan
of vleugelwijd open slaan.
mijn ogen die zich sluiten en de andere die open gaan
dat moment een vacuum
een shift in een lichaam van zwaarte en slaap
ijlend de geest die je handen opent
en alles ontvangt.
Zinloos is elk verstarren als ze de deur intrapt
met puntige stiletto's
ze kan een sirene zijn, misschien een heks of muze
nee
het is te donker geworden, moe en ver zijn de dagen
en dan een flits door alle synapsen en krochten
bewust onbewuste drijfveren worden te veel
onttrokken aan elke wet hoe absurd ook.
De muziek komt, een kakafonie
schril en grillig lieflijk luid
volkomen overmeesterd in je hoofd
de ether in en het is gelijk de geest
kan het niet bevatten
zo geluid zo geweld zo ontluisterend genomen
zo niet verteld
dat als je wakker wordt je altijd onderhuids vermoedt
dat het veld open ligt waar ze is
en slaap haar diepste gronden bedekt.