8 8 8
overal, overal waar waar
rende me zelf het apenkloten
botste tegen vrouwenwenen
huiverde onder vrolijkheid
het asfalt lag flink bezaaid
de jurken groeiden wurgend
schatertjes vlogen wijzend
overal de richting juist
beter zou het nog worden
zeker het beste benenbed
waar liep nog iets dood
zag men zijn mond voorbij
was de nacht zwartgeverfd
8 8 8