Wat als jij de duivel roept Ik zie je glimlach in het kaarslicht Maar ze overtuigt me niet Er fonkelt herfst in je ogen Je lippen fluisteren angst Nu de bladeren vallen Is je onrust groter dan ooit Nergens aan de horizon ontwaar ik schaduwen Dus hoe houd de donder je in zijn greep In het rood geel fluisteren de bomen Jij verstaat hun taal Ik weet je hart staat in brand En je ziel word verschroeit Waar heb je de duivel geroepen En je zilverlingen verdiend Ik kan alleen maar raden naar wat je hebt verkocht Dat zal van grote waarde zijn Dat is nu de kwelling van het leven Maar bedenk dat het ooit weer lente word Wim