Een paniekaanval, ik ga zweten, trillen, ik word duizelig en mijn hart begint snel te kloppen.
Waarom moet je nou altijd mopperen?
Ik ben van slag, ik weet niet wat er gebeurd is, ik alleen kijk om mij heen.
Daar zit ik dan helemaal alleen.
Alles lijkt onwerkelijk, ziet niemand mijn pijn, mijn verdriet?
De tranen stromen over mijn gezicht, er komt geen einde, er is geen limiet.
Je hebt me laten stikken, toen het erop aankwam.
Wist je nog die dag in Rotterdam?
Ik heb veel angsten, maar de grootste angst is mijn angst voor de angst.
En dat was voor jou geen goed ontvangst.
Je moet weten dat je mij pijn hebt gedaan zowel geestelijk als fysiek.
En dat maaktte mij doodziek.