Jabbok.
Zijn roots lagen
In het beloofde
Land dat God aan Abraham gaf
Was dit ontvlucht
Als een bedrieger
Deels als verbanning, Goddelijke straf.
Nu ging hij terug
angst voor zijn broeder
Bleef achter, heel ’t bezit vooruit
Hier in de nacht
bij deze Jabbok
Verschoot hij zo zijn laatste kruit.
Worstelde met God
Die hem liet winnen
zegenend de naam van Israël bood
Strijder Gods
niets meer, niets minder
maakte deze aartsvader weer groot.
Hij worstelde en
kwam zo
Uit boven leugen en bedrog
Weer terug op
Goddelijke wegen
alleen zijn gang was mank en log.
waar wij in ‘t eigen
Leven worstelen
Hij is nabij, schenkt nieuwe faam
als wij vergeving
In Hem erkennen
biedt Hij ons aan….een nieuwe naam.
th