Langzaam. Langzaam verwaaid ’t stervend geblaarte Dat nu verspreid de aarde dekt Nog weinig zon Hier in het westen Wat gouden gloed tot nu toe nekt. Soms wil de herfst Zich rijk ontplooien In kleurenmengsels rood en goud November kan nog Hoge ogen gooien Vanuit ’t verwaaide dorre hout. ‘k verlang naar Deze zee van kleuren Warm aangestraald door lage zon Als afscheid van Een hete zomer Voor mij een welbewuste bron. Intens genietend van Die laatste fase Waarin het jaarafscheid parelende vergaat Daarin welt iets Van een verwachting Dat na de kilte komen gaat. th