Een roodbarokke deur gleed van 't slot met ornamenten van ingevlogen tijd en geknield op grijs gepaveerde keien viel de hemel uit de lucht over haar schreien in geboren zon tot een stem belofte, lichtende sluier, in alles kapot is het zalig niet te weten, vergeten reikte hand van de tijdloze gestadig implodeerde witzuivere bol tot overvol katalysator voor fijn sensibele fluister lopen ze samen op, wankelmoedige pas de glazen bol is helder en soms voorbarig