Licht. Er zij licht heeft Eens geklonken Zonder licht geen levenskans Mens, dier, plant Ons toe gewezen Geeft ons allen levensglans. Licht bevat het Kleuren spectrum Ons onthult in de regenboog Weerspiegelt al Belichte patronen In hun eigenheid voor het oog. Waar licht ontbreekt Verdwijnt de luister Sluimert zaad tot licht weer gloort Jaren kracht dan Opgeslagen Tot het duister wordt doorboord. Kunstlicht door de mens ontwikkelt Om in ’t duister voort te gaan blijft afgietsel Van het echte Niettemin onderdeel van ons bestaan. Doch de lichtval Op zoveel momenten Tekent het wonder van verscheidenheid Seizoen- en daarbij Uur gebonden Heeft ons leven kleurvol verblijd. th