Nacht strekt de geest uit
troost de moedigen
belooft dag, warm licht bad
ik fiets het lange pad
bezaaid met narcissen
fier geel lichten ze op
tegen schaduwen stenen
waar blije kelken zijn gebogen
zet dit zintuigen op scherp
in blijven kijken, niet ontzien
voedt overlopend mededogen
stokt, stort kracht in benen
blijven bewegen, ik fiets
blik gericht op boven, beneden
verlangend in beiden, evenveel
wel als niet, in liefde, te geloven