Zeven dagen in een week.
Een wachten op de dood.
Geen dag krijg ik te veel.
Tevredenheid is mijn brood.
Wat zal mijn leven zijn?
Zeven dagen zonder pijn?
Het lijkt een illusie zonder wet.
Een continue strijd kent geen verlet.
Maandag, dinsdag gaan nog wel.
Op woensdag is het beter dat ik verder tel.
Donderdag kijk ik even achteruit.
Op vrijdag ben ik blij dat het weekend zich ontsluit.
Zaterdag neemt mij bij de hand,
omdat ik op zondag op mijn eindpunt ben beland.
Wat lijkt het leven saai te zijn.
Zeven dagen, een chagrijn.
Het lijkt de dood wel in de pot.
Te hopen valt, dat het volgende week beter wordt.
Zeven dagen in de week.
Een tijd voorbij, voordat je keek.
Iedere naamdag is zoals die heet.
Ik hoop dat ik de mijne nooit vergeet.