Uit De manke jager 116
Hun naaktheid
Van deze boom z'n
vruchten zult gij niet eten,
werd hem opgedragen te zeggen
tegen de wezens.
De verleidelijkste vruchten
van alle bomen, die zij zagen. Zij
moesten weerstaan. Het besef van
bedrog zou gaan komen.
Indien zij beten, wisten
wij waar zij stonden. Van
sterven hadden zij geen benul,
angst was er dus niet.
Het bedrog werd hen
voorgehouden, je zult niet
sterven als je daar van eet. En,
inderdaad zij stierven niet.
Zij stierven niet on-
middellijk. Maar het zich
bewustzijn dat er bedrog kon
zijn, was fataal.
Het vredig samenleven
was voorbij, de dingen die
gedaan moesten worden werden
een zwoegen.
De geboorte van een
kind een helse pijn, er
waren barensweeën. Het was er
niet, maar bewust geworden.
Hun naaktheid werd
een schaamte, waarom ver-
bergt ge u? Wij zijn naakt werd er
tot de stem van leven gezegd.
Het besef, want zij
werden zo geboren. Lucifer,
had z'n kans gezien weerom
de schepping te verstoren.
Het bewustzijn was gebracht, hij zou zijn eigenste licht gaan brengen als weleer.