lopend
in de lente
met de warmte
voelbaar in je hart
het klein beleven
reikend geven
in een start
jezelf door
de waarheid van
de ander laten leven
samen stralen in een
lach, verwantschap
houden in de nieuw
geschapen dag
nog weten dat
de glans van al het
groot gemis, soms verstopt
zit een bel, die van zeep en sop
fragiel intens, van puur geluk
in al het fonkelen
geweven is