Amalek.
Israël moest
zich verweren
tegen het agressieve Amalek.
Rafidim , slagveld
van gebeuren
Jozua trok op , aan mannen geen gebrek.
Ik, zei Mozes,
sta op de heuvel
met de staf van God in mijn hand.
Samen met Hur
alsook Aäron
God staat daar aan onze kant.
Waar Mozes hand
omhoog wees
was Israël aan de winnende kant.
Liet hij uit vermoeidheid
zijn hand zakken
dan had Amalek de overhand.
Een steen legden zij
neer om op te zitten
beiden, Aäron en Hur , ondersteunden hem.
Zo deed God
hen overwinnen
kreeg men Amalak daar klem.
Menselijke onmacht
wees naar Boven
God verstrekte hen de macht,
Amalek zo te
overwinnen
door de van Hem verkregen kracht.
Voor ons de les
tot God te bidden
hoopvol , voordurend , in de weet,
dat in Hem de macht
is om te redden
dat ik dat nimmermeer vergeet.
th