De vreemde blik in je donkere ogen
waarmee je me aankijkt, verbaasd en bijna ingetogen
maar toch zo ver verwijderd in je denkvermogen
dat zo moeilijk te begrijpen valt voor mij.
Daarom die vraag: wie ben jij?
Ben je een kind dat eenzaam is en dikwijls moet wenen?
Woon je in het dorre zand tussen rotsen en witte stenen?
Bouw je broze luchtkastelen met je koud verdriet
en verberg je dan je tranen
zodat niemand ze ziet?
Ben je een Hindoe, kom je uit Karachi of New Delhi?
Zeg me: wie ben jij? Wie?
Je mond blijft gesloten. Je zegt het niet.
Is je hart van vlees en bloed of van koud graniet?
Zoek je iemand die je brengt naar mooie oasen
waar lammetjes op groene weiden grazen?
Waar bloemen geuren en bonte vlinders de luchten kleuren?
Waar schaduw is van honderden bomen
en waar je voor altijd wilt wonen?
De vreemde blik in je donkere ogen
zijn misschien de kleurrijke bogen
die als hoop en verlangen in je irissen zijn geplant.
Toch blijf je zo moeilijk te begrijpen voor mij.
Daarom die vraag: wie ben jij?