Uit de manke jager13
Het kwam
Het spektakel aan de
hemel, de zon en de maan
waren er niet altijd. Het werd
licht en het werd donker.
Vroeger was het een
vanzelfsprekendheid, maar
het kwam door iets. Die wolk,
en de zon was er niet meer!
En de regen, hij hield niet
op, hoe hard je er ook om vroeg.
De kou ging niet weg, hoe
hard je ook bibberde.
Elkaar verwarmend weg-
gedoken, het duurde zolang
het duurde, tot de zon weer
haar warmte bracht.
Uitgelaten en blij, dartel
springend, dansend, en ten-
slotte parend langs de waterkant.
In 't nieuwe groen!
Die beelden kwamen in
z'n hoofd toen hij zou gaan
wenen van de verlatenheid.
Dankbaar zou hij wezen.
Dankbaar, maar aan wie?
Zij gaven moed die beelden
en hielden hem in leven, de
spanningen vergeten.
De spanningen van weleer,
die droevig maakten, niets aan
de hand, een misverstand
zoals menig keer.
Hij zag, en merkte dat
er ook stormen kwamen bij
kalme wateren, dat er vernieling
kon komen niet verwacht.
Niets aan te doen, het kwam hoe het kwam,
hoe droog ook de kelen.