Bij mij vlak voor het raam
Zie ik dagelijks een mooi
Meisje gaan. Die telkens rond
Van borst haar schoonheid
Langs mijn raam torst.
Ik kijk er vol bewondering naar
En beleef genoegen aan wat ik
Ervaar. In vrijheid verlang ik
Naar een pleziertje met zo'n
Aardig diertje.
Wat zou ik graag bij haar
willen zijn en haar toespreken
Zonder uiterlijke schijn. Maar
Steeds als ik iets zeggen wil,
besef ik dat ik woorden aan
Mijn lippen verspil.
Want voor ik het weet is mijn
Hoop vervlogen en is haar
Silhouet langs mijn raam
Geschoven. Teleurgesteld in
Mijn dag verzamel ik nieuwe
Moed. Ik verwacht haar morgen
Als het morgen moet.
Bij mij vlak voor het raam
Zie ik dagelijks een mooi
Meisje gaan. Morgen zet ik
Mijn raam op een kier als het
Roodborstje laat weten dat
Zij deelt in mijn plezier.