Een boterbloempje
een hazenleger
overwoekerd
rondom bruine bolletjes
verdeeld over de groene weide
bewoners op meisjesbezoek
mijn longen zuigt natuur
mijn neus snuift vele geuren
zoveel kleuren voor mijn ogen
het groen staat gespikkeld
in geel, wit en blauw
mijn voet gaat het hazenleger in
mijn dromend lichaam gaat neer
zwaaiende armen als de vogelschrik
al het mooie komt naar me toe
mijn hoofd treft de groene weide
ogen sluiten zich voor het geweld
mijn hele lichaam gaat in het gras
lucht ontsnapt door de val
het groen laat zich niet beroeren
alles is stil, geen gelach, geen hulp
de ogen voorzichtig openen
een hemelse belevenis
bij mijn neus een stevige stengel
fijn kantwerk van smalle blaadjes
het gele boterbloemknopje wiegt
de hemel weerspiegelt in mijn ogen
elke kramp is vergeten
dit is rijstpap met gouden lepeltjes
een orgasme van schoonheid
hier wil ik mijn leger graven
rechtstaan is voor morgen
boterbloemen in de weide
hier wil ik de wereld erbij
ela