Bergrede.
Beeld’nis dragen van ’t beoogde
vernieuwd na ’t kruis en ’t lege graf
het Lam aanbidden ,troost in ’t lijden
geleid door Christus liefdes staf.
Need’rig van hart in zeker weten
van een verkregen Koninkrijk
door Hem beschikt daar eens te wonen
nu slechts ten dele binnen bereik.
Zachtmoedig , waarin Christus aangeeft
daartoe heb Ik de aard besteld
om los te weken van de knelling
van oorlogen , natuur geweld.
De vredestichters , die bewerken
dat wapentuig omgesmolten wordt tot
werktuigen , waar mee men akkers ploegt
een keer komt in het mens’lijk lot.
Gerechtigheid dat beeld verschuivend
’t beleid doet wijzigen op aard
zodat die hongeren en dorsten
ontdekken dat zorg is geklaard.
Barmhartigheid die doet verrassen
dat minachting heeft afgedaan
menselijk relaties zich ontplooien
gereinigd in het leven staan.
Zo licht zijn in verwarde tijden
opdat de duisternis verdampt.
Het zout , in smakeloosheid,
nieuw leven schenkt , blij , onverkrampt.
th