Ik stond te springen bij de deur wilde naar buiten de wereld in jij blafte me af ga in de mand ik keek je niet begrijpend aan hup voort ga in je mand af maar de wereld ligt toch buiten ik bleef verlangend bij de deur jij stond ertussen in te blaffen en wees mij naar de mand ik stond stil verdrietig te kijken de deur bleef dicht gesloten jij woedend kwaad razend wees nog altijd naar de mand maar ik was toch geen hond geen ongehoorzame blaffer eerder een kwispelende puppy nieuwsgierig naar de wereld ik was een peuter een kleuter kind tiener een jonge vrouw voor wie de deur gesloten bleef maar het verlangen niet verging.