Het is inmiddels heel wat jaren geleden,
maar voor mij blijkt dat geen geldige reden.
Keer op keer blijf ik maar dromen van jou,
je moest eens weten hoeveel ik nog steeds van je hou.
Soms ontwaak ik met tranen in mijn ogen,
want even bij jou kunnen zijn maakt mij intens opgetogen.
Maar het stemt mij zeer droef dat ik toch moest ontwaken,
ik had je zo dolgraag nog eens aan willen raken!
Enkel in mijn dromen kan ik nog bij jou zijn,
hoewel ik weet, het is allemaal schijn.
Maar het bewijst hoe diep mijn liefde gaat,
een liefde waarvan jij zei dat die onmogelijk bestaat.
Als een donderslag verdween je toen uit mijn leven,
zelfs een waardig afscheid wilde je me niet geven.
Plots zocht je bij iemand anders je heil,
doorboorde je mijn hart met je giftige pijl.
Toch leeft mijn liefde voor immer voort,
ook al gooide je mij zonder mededogen overboord.
Mijn liefde zal nooit en te nimmer vergaan,
want jij zit voor altijd verankerd in mijn bestaan.