De wereld welk bestond uit louter liefde,
Viel in stukken bij de eerste scheuren.
Ik trachtte mijzelf nog op te beuren;
Drank heelde niet wat zij mij ontriefde.
De kleine stukjes die ik trachtte te lijmen
-
De herinneringen aan gelukzalige dagen –
Waren te gebroken om de vaas te dragen
door jouw gelogen verleden en geheimen.
Waar moet ik nu de rode rozen laten?
Die ik met liefs voor jou had gekocht.
Geen vocht of liefde door hun vaten.
Ik had nog alle tijd en ze uitgezocht,
Maar het mag al niet meer baten.
Al een lange tijd, onthoudt dat ik je echt mocht.