Klimt, zingt, klautert en loutert
speelt goudzacht boomschors, dimt
onbevangen,vruchteloos 't vangen
verlangen vele gedane gezichten
tot mijn te maken, bekruipen
smelten, wentelen, flarden lossen
in spikkels deint bladerkroon
weg van gewemel, spelden prikken hoon
hoe 't valt, kan het licht ooit dichten
een boom, of vogel volgen, voelen
ongewis wat ze met leven bedoelen
het is de adder en de toonladder
die zwijgt, gaat, verlaten opstijgt
verdwijnt uit horen, het intense zicht
vogels, bomen in langzame neurie
kwinkeleren vrienden, de bossen
voldaan in het ontvangen licht