Soms dan vang je wel eens bot,
en al denk je eerst van o wat rot.
Maar dat is niet meer,
als een glimp van een lot
dat niet voor jou is weggelegd.
Want zeg nou zelf,
wie kan nou altijd falen onder het hemelgewelf.
Daar waar er met liefde naar je om wordt gekeken,
zonder dat je erom hoeft te smeken.
Nee hemelkind, het gaat je spoedig voor de wind.
Ook al is het eerst een hels karwei,
morgen staan ze voor je in de rij.
Blijf geloven en vertrouwen,
want daar kun jij op bouwen:
het enige waar jij nooit in faalt,
is dat jij jouw angst inhaalt.