Achteraf heb jij gelijk gekregen
voor ons waren er niet genoeg woorden
verbonden zijn om los te laten
als groene halsbandparkieten
Boven de vuilnisbelt schreeuwen
nog steeds dezelfde meeuwen
een katten kadaver aan stukken gehakt
in hapklare brokken en doorgeslikt
Wij bogen in de wind als het riet
wilden niet breken als hout, verbranden
in het vuur dat wij eens ontstaken
met vingers blauw van de kou