Je redde me van leeuwen
En trok me weg van gevaar..
Van paria’s en kannibalen,
Die mij rauw lustten
Je beloofde
En je hield me
Vast en dichtbij..
En wanneer ik dreigde neer te storten
Zette jij de noodvlucht voort
Zodat ik kon stoppen,
Tot adem kon komen en ontsnappen..
Van de wanorde, het Boreel.