Tijd.
Tijd kent haar
eigen cyclus
wat geweest is , is voorbij.
Herhaling van
dagen, seizoenen
alles herhaalt zich in die rij.
Het lijkt een
cirkelgang van leven
wat is , wat was : kerend refrein.
komend en gaand
als blad der bomen
tot er geen tijden meer zijn.
Doch tijd kan ook
zijn richtinggevend
het leidt tot iets , is voorbestemd.
De kern te vinden
van ’t bedoelen
in niets daartoe zijn afgeremd.
God schiep het leven
van een ieder
met vezels van de eeuwigheid
Hij daagt ons uit
die bron te vinden
in de ons toegewezen tijd.
th