terwijl zand en water dromen steeds opnieuw laten verdwijnen als schaduwen van was weet ik nog waar zon de golven kristalhelder kleurt met iets van wierook en lavendel en waar de zee in spiegelblauw iets van een hemel ontwaakt er branden kaarsen op zwart hout geverfde planken in het kamerdonker nog voelbaar blijven de nerven de barsten en het hout ontvouwen een beeld als stille troost in de verte soms vredig dicht tussen iets van schaduwranden en wegebbend licht als sluiers van zijde en dauw heel zacht een dans van tederheid fluistering in gevoelens delend wat we liefde noemen zoeken en er werkelijk samen in bestaan om verder te gaan als je even niets zegt maar langzaam het hart raakt terwijl deze emoties langzaan bloeien tot woorden van verlangen naar herinnering en ik weet dat het goed is om daar heel even in te schuilen om daarin stil geborgen te zijn waar stralen van zon steeds opnieuw door golven breken