Liefde.
’t Onbegrensd
mens’lijk verlangen
smeulend in elk mensenhart
bemind te zijn
verliefd te worden
in een vreugdevolle start.
’t Toppunt van
’t pure verdragen
beelden ziet door een vertekend oog.
Accepterend en
beminnend
die ander prijzend hemelhoog.
Dragend in een
strak omlijnd
vederlicht schoon droomgewaad.
Als een gasballon
ontstegen
aan de listen van het kwaad.
Zij omarmt de
kleinste tekens
van wat haar in die ander boeit
in een vrucht
rijp om te plukken
tot een kleurexplosie groeit.
Liefde sprankelt in
haar voegen
waarin al het and’re smelt.
Stijgt met vleugels
als die van een arend
uit boven al ’t aardse, dat zich meldt.
th