De zon schijnt feller dan voorheen.
Zinderend van genot, trillend in extase,
werpt ze door het stalend blauw haar warmte ver vooruit.
Menig mens in welvaart koestert nu het bruine op de huid..
De zon,
de zon..
Ze kent de wereld, als geheel,
brengt de glooiing van de dag,
op elk soortig deel,
zonder onderscheidt.
Het is,
wat haar bevrijd,
van ons.
-
Ze legt haar licht op bergen,
die wij alleen maar zien,
drijft het duister,
uit de dalen,
die wij voortdurend maken,
op voortborduren,
op het eeuwenoude grof stramien,
van hebzucht,
en onveranderlijke macht,
waar mensen honger lijden,
zonder schuld,
of enig vorm van besef.
Waar alleen hun huid nog bruin verteert,
over kaal geslagen botten,
zonder ophef,
en de dood hun slechts,
als zeldzame bezoeker,
uiteindelijk verlossing brengt.
-
De zon schijnt feller dan voorheen.
Althans, zo lijkt het steeds voor hen.
Ik voel me roepend,
zonder stem.
Maar ben ik echt,
zo ongelofelijk,
alleen..?
-