Hun dochter was nu 10.
En al die tien jaren had ze hem niet meer gezien.
De man die haar het kind gegeven had.
Vroeger, vroeger hadden ze even wat.
Maar hij liet haar in de steek
Toen ze zwanger bleek.
In den beginne was ze ziedend geweest.
kwaad en machteloos
maar haar kind was nog jong.
Het meisje was zo weerloos.
Dus moest ze wel weer normaal doen, vechtend voor haar dochter.
Nadat hij haar verlaten had, kwam die andere man in haar leven.
Die man die alles voor haar deed en haar als een prinses behandelde.
En die samen met haar over haar levenspad wandelde.
Die man was er door dik en dun, armoede en rijkdom, ziekte en gezondheid.
Regen, zon en kou. En hij stond op voor dag en dauw
Om haar dochter naar voetbal, dansen en zwemmen te brengen.
Haar dagen waren nooit meer grauw
En op een dag, een vreemde dag belde de vader van haar meid.
Hij wilde weer contact met hen, nadat de jaren van armoede en pijn voorbij waren.
Lachend legde ze de hoorn neer. Ze keerde haar rug naar hem toe.
Gaf haar echtgenoot een zoen, en besloot ‘dit is iets wat ik nooit meer doe.’