Ik zocht in de dood Ik zocht in de dood het ongrijpbaar verlangen dat als hunkering bestaat waar het leven heeft gefaald Nederdalend in diens dieptes zoek ik bevrediging van nieuwsgierigheid in het gesluierde schimmenrijk tussen beide werelden Het bevriest de huid aan mijn pezen verkrampt mijn skeletspieren In deze brandende hel tot verlamming gedwongen Ik begeer de zoekgeraakte lach die weergalmt in het vagevuur en me brandmerkt in verdorvenheid van gestolen onschuld Ik traceer de warmte die eens uit je huid golfde raakte je intens roekeloos aan voordat je lichaam koud werd