In een bootje op de stroom
het schouwen van de bloesems
op de rivier met Sakura
Het kuiltje in haar kin
kan zij dieper maken, dieper
in een glad glimlachend gelaat
Onder de brug streelt zij sierlijk
de hand van hem die haar beroert
gaapt ontspannen van gelukzaligheid
Het is druk op het dragende water
er wordt naar iedereen gezwaaid
begroetingen geroepen, uitgestrooid
Nog even en dan begint de tunnel
van kersenbloesems, zo zacht ros
teer als de dageraad, bloem op haar