deze avond laat me Proza schrijven op kunstgras schaduwflarden voeren het smalle pad weg van alles dat ik vergeten mag achter de lege lijsten staan enkele etalagepoppen hun maskers wit ze glimlachten de witte lijnen tekenen iets van vrede door het nog onvertaald beeld uitstralend in neonlicht tot een soort vervreemdend gezicht langzaam versteend achter het transparante spiegelglas dit herinnert mij enkel tijd die sterft in hun zacht gekleurde ogen als schaduw nog vormloos terwijl ik wat woorden zoek met wat me is bijgebleven zoals rozen witte lelies en jasmijn tussen iets van heidebloesem als balsem bij alledaagse dingen nabij blijft te voelen als het over liefde gaat en wat stilte voor mezelf de nacht waait mijn zinnen uit in sanskrit verstild als een nooit vergeten lied terwijl het verhaal verder bloeit zwart als inkt die het laatste beeld bedekte dat ik nog heel even wou opnieuw beschrijven op de koud versteende golven van het leven en de leegte van het onherbergzaam heel groot huis soms enkel nog heel even voelbaar is als een verre troost