Waar licht op goudenregen
vandaag vertelt waar, in donker
die glans, zwak, toch schijnsel
het goud regent, bloesem droomt
in dwarrelen en het zacht waaien
tegen het groene hart strijkt
-en soms tegen de haren-
goud naar windstreken stroomt
verademt kijkt hoe tijd verdwaalt
vertaald in bruisen, schuimkoppen
schitterlicht vindt in de branding
het lange razen naar die eenvoud
gouden glans kan, zal niet stoppen
en raakt op tast tijd kwijt
droom voelen als een dans